Kruimelpad
De gemeentelijke bibliotheek van Sint-Antonius (Zoersel) krijgt een grondige renovatie. Het gaat om meer dan een opknapbeurt: het gebouw wordt een laboratorium voor de toekomst van circulair en duurzaam bouwen in Vlaanderen. De renovatie wordt immers een toonbeeld van de drie principes van het New European Bauhaus-initiatief: duurzaamheid, esthetiek en inclusiviteit. De gemeente wordt bij dit project ondersteund door Kamp C, het centrum voor duurzaamheid en innovatie in de bouwsector en VITO, in het kader van het Circular Cities and Regions Initiative (CCRI).
De renovatie die van de Zoerselse bieb een circulair en energiezuinig gebouw zal maken, maakt deel uit van Eyes Hearts Hands Urban Revolution (EHHUR), een groot Europees project dat loopt tot september 2025 en gedragen wordt door 28 partners in 8 landen. Zeven ‘lighthouses’ of voorbeeldprojecten zullen de principes van het New European Bauhaus-initiatief in de praktijk brengen. Zoersel is er één van, naast onder meer Kopenhagen (Denemarken), Kozani (Griekenland) en Maia (Portugal).
Om een duurzaam, circulair gebouw tot stand te brengen, moet doordacht te werk worden gegaan. Kamp C ondersteunt de gemeente bij elke stap: van het formuleren van duurzame doelstellingen tot de vertaling ervan in de aanbestedingsdocumenten en de verdere uitvoering. “Het gebouw wordt zo ontworpen dat het later eenvoudig kan worden aangepast. Delen van de bib of de volledige bib kan dus voor een andere functie gebruikt worden in de toekomst of als de noden veranderen. Zo wordt voorkomen dat toekomstige generaties telkens opnieuw vanaf nul moeten beginnen”, legt Sofie Torfs, projectverantwoordelijke bij Kamp C, een autonoom provinciebedrijf van de provincie Antwerpen, uit. Bovendien kon Zoersel rekenen op VITO en Vlaanderen Circulair die als partners in het CCRI, het volledige patrimoniumbeheer van de gemeente onder de loep namen.
Duurzaamheid als fundament
“Waar mogelijk worden biogebaseerde materialen toegepast, zoals hout of reststromen uit de landbouw die een tweede leven krijgen als bouwmateriaal. Daarnaast wordt maximaal ingezet op hergebruik van bestaande elementen, zodat de afvalberg verkleint en de milieu-impact daalt”, aldus Sofie.
Ook het energieverbruik maakt integraal deel uit van de duurzaamheidsaanpak. De bibliotheek krijgt zonnepanelen op het dak, die bijdragen aan een lokale energiegemeenschap. “Inwoners kunnen participeren in de installatie, waardoor de voordelen van duurzame energieproductie gedeeld worden met de buurt. Bovendien wordt het gebouw uitgerust met efficiënte technieken die het energieverbruik laag houden.”
Opvallend is ook de Design & Build-procedure met vooruitstrevende gunningscriteria. Zoersel koos daarbij niet enkel op prijs, maar legde de nadruk op kwaliteit, circulariteit en langetermijnwaarde. De inschrijver engageert zich van in het begin om tegemoet te komen aan het duurzame aspect van de opdracht. “Hij toont immers bij de inschrijving aan welke duurzaamheidsaspecten en principes van circulair bouwen hij meeneemt in het voorontwerp. In de opdrachtdocumenten werd onder andere al voorgeschreven om de GRO toe te passen”, vervolgt Sofie. Na een zorgvuldig selectieproces werd uit drie projectindieners het bouwteam Beneens, Cuypers en Q architecten gekozen om dit project te realiseren
Esthetiek en erfgoed als meerwaarde
Het tweede principe van het New European Bauhaus, met name esthetiek, staat in Zoersel gelijk aan aandacht voor erfgoed en identiteit. De bibliotheek is gevestigd in een oud schoolgebouw dat voor vele inwoners een emotionele waarde heeft. “Uit bevragingen bleek dat bewoners dit historische karakter graag wilden behouden. Daarom werd beslist om de gevel van het gebouw te bewaren en in te passen in het nieuwe ontwerp. Dit beperkt ook de milieu-impact en versterkt de band met de gemeenschap. Zo krijgt de site een toekomstgerichte invulling zonder het verleden uit te wissen”, aldus Sofie.
Naast erfgoed vormt ook de kwaliteit van de leefomgeving een belangrijk aandachtspunt. Het ontwerp voorziet in extra groen en ontmoetingsplekken, die bijdragen aan een aantrekkelijk dorpscentrum. De bibliotheek wordt bovendien uitgebouwd tot een plek waar inwoners kunnen leren, inspiratie vinden, experimenteren en demonstreren. Zo krijgt het project een esthetische én maatschappelijke meerwaarde: het wordt een bruisende en levendige plek die de uitstraling van het dorp versterkt.
Inclusiviteit als rode draad
Misschien wel de meest vernieuwende dimensie van dit project, is de nadruk op inclusiviteit. Voor er een ontwerp op papier stond, organiseerde de gemeente bevragingen bij o.a. de bibliotheekbezoekers, verenigingen en buurtbewoners. Die input vormde mee de basis voor de uiteindelijke plannen. In de jury die het ontwerpteam selecteerde, zetelden bewoners naast experts. “Dit leidt tot een breder draagvlak, maar ook tot meer betrokkenheid en trots.”
Het inclusieve karakter weerspiegelt zich ook in de functie van het gebouw. De bibliotheek wordt gecombineerd met sociale woningen die rolstoeltoegankelijk zijn. Het gebouw zal daardoor de sociale cohesie in het dorp versterken.
Zelfs tijdens de uitvoering zal participatie een sleutelwoord blijven. Via infopanelen, rondleidingen en open werfmomenten krijgen inwoners de kans om het bouwproces van dichtbij te volgen en te leren over circulair en duurzaam bouwen. Zo wordt de werf zelf een educatief platform dat inspiratie biedt voor toekomstige renovaties en bouwprojecten.
Voorbeeld voor Vlaanderen en Europa
Voorbeeld voor Vlaanderen en Europa
Met de renovatie van de bibliotheek bewijst Zoersel dat ook kleinere gemeenten een voortrekkersrol kunnen spelen in de circulaire transitie. Voor Vlaanderen Circulair en Kamp C is dit een belangrijke stap: de principes van het New European Bauhaus worden tastbaar gemaakt en geïntegreerd in de praktijk. “Kleinere gemeenten kunnen dus ook ambitieuze circulaire stappen zetten, en in een groot Europees project stappen. Laat Zoersel daarin een inspiratiebron zijn voor anderen”, verhoopt Sofie Torfs. “Zo worden duurzaamheid, esthetiek en inclusiviteit niet langer abstracte begrippen, maar concrete handvaten voor een leefbare toekomst.”