We organiseren onze acties in zes thematische werkagenda's:
Werkagenda's:
Bio-economie
Circulair Bouwen
Chemie/Kunststoffen
Maakindustrie
Voedselketen
Waterkringlopen
Zeven hefboomwerkingen zorgen voor extra ondersteuning:
Hefboomwerkingen:
Beleidsinstrumenten
Circulair aankopen
Communicatie
Innoveren & Ondernemen
Financiering
Jobs & Vaardigheden
Onderzoek
Wat, waarom en hoe?
Waarom gaan we voor een circulaire economie?
Toekomstbeelden 2050
Hoe zien we onze circulaire toekomst?
Over onze aansturing
Wie stuurt wat bij Vlaanderen Circulair?
Met een brede groep stakeholders creëerden we toekomstbeelden voor een circulair Vlaanderen.
We schreven ze neer in een lijvig document en illustreerden de ideeën.
Deze visietekst is geen opsomming van ieders individuele opinie. Het is veeleer een tekst die de grootste gemene deler is van de visies en standpunten van de geconsulteerde en betrokken experten. Onze ambitie is om een wervend en inspirerend toekomstbeeld op te maken, gedragen door zoveel mogelijk partijen. We hopen dat deze toekomstbeelden jou kunnen aanmoedigen en helpen bij het bepalen van werkpaden en acties die vandaag en morgen nodig zijn voor de transitie naar een circulaire economie en een duurzame samenleving.
We deelden onze toekomstbeelden in in acht delen, zogenaamde behoeftesystemen. We geven hieronder een korte samenvatting:
Gebouwen zijn afhankelijk van verschillende ketens die elk in kringloop moeten gebracht worden. De Vlaamse economie kan een positieve impact maken op die ketens door het voortouw te nemen in tal van innovaties op organisatorisch, sociocultureel en technologisch vlak.
Op organisatorisch vlak denken we daarbij aan innovaties zoals een aangepaste fiscaliteit die nieuwe woonmodellen ondersteunt en de implementatie van nieuwe bouwnormen die flexibeler bouwen en nieuwe businessmodellen zoals “wonen as-a-service” faciliteren. Ook system thinking als basis voor materiaalrecuperatie en de herbestemming ervan via materiaaldatabanken, is een vruchtbare piste. Binnen het socioculturele kader is een belangrijke rol weggelegd voor tal van deelsystemen en meer flexibele woonvormen die mee evolueren met het leven.
Dankzij technologische innovaties ten slotte, kunnen we evolueren naar CO2-neutrale gebouwen die netto gesproken niet langer energieverbruikers zijn maar energieproducenten. Daarnaast kunnen ontwerpen ook geoptimaliseerd worden in functie van de materiaalprestatie en met het oog op hergebruik van materialen. In dit onderdeel van de tekst gaan we dieper in op de verschillende pistes die we kunnen bewandelen om te komen tot meer circulair bouwen en wonen.
Transport en mobiliteit maken gebruik van verschillende ketens (energie, voertuigen, ruimte, infrastructuur en grond) en hebben een zware impact op de kringlopen. Het is dus van cruciaal belang dat we dit luik van onze samenleving zo circulair mogelijk organiseren. Dat doen we door het voor burgers en bedrijven fiscaal interessanter te maken om circulair te handelen.
Daarnaast maken we het ook praktisch haalbaar door groenblauwe woonkernen te creëren waarin de verschillende functies verweven zitten zodat mensen zich minimaal moeten verplaatsen. En als een verplaatsing dan toch nodig is, kunnen ze terugvallen op een goed georganiseerd, multimodaal transportnetwerk. Dat netwerk biedt de mogelijkheid om vlot tal van gedeelde vervoersmiddelen te combineren en creëert zo een nieuwe standaard.
Ten slotte wordt ook de productie van voertuigen anders georganiseerd: er worden niet langer voertuigen geproduceerd die vervuilende gassen uitstoten. Bovendien zijn voertuigen opgebouwd uit modulaire componenten die makkelijk te vervangen zijn waardoor recyclage en hergebruik veel makkelijker te organiseren worden.
TOP ↑ Lees meer >
Onze voedselproductie maakt gebruik van verschillende ketens (energie, water, logistiek, distributie, ruimte, biogrondstoffen, nutriënten en verpakking) en heeft eveneens een impact op de kringlopen. Het wordt onze grote uitdaging om tegen 2050 een circulair antwoord te bieden op 3 specifieke kwesties: de organisatie van een toereikende voedselvoorziening voor 10 miljard mensen, een verdere ecologische verduurzaming van ons landbouw- en voedselsysteem en de creatie van voldoende ruimte voor een biogebaseerde economie.
Als sterke speler op vlak van circulariteit, food en kennis & innovatie heeft Vlaanderen alle troeven in handen om hierin een pioniersrol op te nemen. Om dit nieuwe, circulaire model vorm te geven, moeten we de input, het gebruik van voedselproducten en het beheer van residuele stromen optimaliseren. Dan kan door een meer circulair productiesysteem op te zetten dat de grenzen van onze milieugebruiksruimte respecteert.
Op sociocultureel vlak vraagt dit om een shift in onze mindset in de richting van minder verliezen, overconsumptie en een sterkere focus op plantaardige en seizoensgebonden producten en op producten van dierlijke oorsprong met een lagere milieu-impact. De technologie kan hierin ten slotte een ondersteunende rol spelen via onder meer hightech en lowtech toepassingen voor de optimalisatie van het gebruik van inputs, voedsel en reststromen en de ontwikkeling van nieuwe, niet-grondgebonden productiesystemen.
Op vlak van werk en productie kenmerkt de circulaire economie van de toekomst zich door sleutelwoorden als evenwicht, kwaliteit en waardebehoud, lokaal en duurzaam. Verwacht wordt dat externe kosten tegen 2050 inbegrepen zijn in de marktprijzen. Zo worden hoogkwalitatieve producten en diensten met een lange levensduur ook financieel het interessantst. Dat wordt mede mogelijk gemaakt door dienstverlenende modellen die focussen op samenwerken, delen en dematerialisatie tegenover eigenaarschap en materieel denken.
Bovendien worden die ideeën nog versterkt door een aangepaste wetgeving die is afgestemd op een circulaire economie. De levensduur van producten wordt verlengd door herstel en onderhoud. Ze worden zo lang mogelijk nuttig gebruikt, en worden zoveel mogelijk hergebruikt, gereassembleerd en bij het einde van hun levensduur gerecycleerd. Die aanpak creëert op zijn beurt extra lokale en regionale werkgelegenheid, ook voor kortgeschoolden. Vlaanderen wordt dus een echte geïntegreerde circulaire hub.
Doordat reststromen van het ene bedrijf als grondstof gaan dienen voor een ander bedrijf, ontstaat een industriële symbiose in sectoren en zelfs tussen diverse sectoren. Op de arbeidsmarkt zelf is er meer aandacht voor fysieke en mentale gezondheid en ligt de focus op een sociaal haalbare manier van werken doorheen de loopbaan. Zo wordt werk beter combineerbaar met de zorg voor kinderen en ouderen, wat voor iedereen gunstig is.
Leren speelt in een circulaire economie een belangrijke rol in die zin dat het onderwijs een cruciale rol vervult in het aanleren van een circulaire mindset en dat daarnaast de focus ligt op levenslang leren. Op organisatorisch vlak zijn er heel wat veranderingen: leersystemen zijn niet alleen maar meer gericht op economische groei, maar ook op welzijn en welvaart.
Bovendien leren we niet alleen op school, maar is de hele samenleving betrokken bij de leeractiviteit. Zo wordt het leerproces intergenerationeel en op maat van de lerende georganiseerd en wordt er gewerkt met lerende netwerken. In deze leerecosystemen streven we zowel collectieve als individuele leerdoelen na en leren we ook veel van elkaar (peer-to-peer learning).
Bovendien zijn zelfontplooiing en persoonlijke ontwikkeling veel belangrijker geworden en zijn zorg en gezondheid verankerd in het leerproces. Dat alles creëert een warme samenleving. Ten slotte wordt er op alle onderwijsniveaus sterk ingezet op STEM-profielen en ecodesign.
Onze waterkringloop staat onder druk, zeker ook onder invloed van de klimaatveranderingen. We moeten ons waterverbruik dus aanpassen om de watervoorziening te kunnen blijven garanderen. In 2050 willen we een waterneutrale economie ontwikkeld hebben waarin elke “soort” water optimaal gebruikt wordt in functie van de vereiste kwaliteit.
Op organisatorisch vlak doen we dat door water maximaal te bufferen, te infiltreren en te hergebruiken en anderzijds ons gebruik te beperken. Bovendien worden alle reële kosten in rekening gebracht zodat we de reële waterprijs betalen. Via partnerships en collectieven worden de kringlopen lokaal gesloten.
Daarnaast zijn er ook nieuwe businessmodellen ontstaan op basis van prosumptie die de verschillende behoeftesystemen en sectoren met elkaar verbinden. Het resultaat is een waterhuishouding die functioneert als één groot systeem. Op sociaal vlak delen consument en producent nu de verantwoordelijkheid voor ons waterverbruik. Dat zorgt ervoor dat ons waterverbruik enerzijds in absolute termen naar beneden gaat en dat anderzijds voor verschillende functies verschillende waterkwaliteiten gebruikt worden. Drinkwater gebruiken voor alles is verleden tijd. Technologische ontwikkelingen ten slotte zorgen voor een betere monitoring via digitale waterdata en een W-peil voor woningen (cf. EPC voor energie).
Technologische pilots zorgen verder voor de uitbouw van een disruptief watersysteem en via industriële symbiose wisselen bedrijven hun afval(water) met elkaar uit zodat een andere speler het weer als grondstof kan gebruiken. Tal van technologische doorbraken rond procesintensifiëring zorgen er ten slotte voor dat ons waterverbruik globaal gesproken daalt.