Naar een circulaire kantoorinrichting

dinsdag 19 maart 2024

Op dinsdag 27 februari vond het eerste Vlaamse stakeholderevent in het kader van het Interreg North Sea project ‘CEO’ (Circular Economy Office) plaats. Een 80-tal geïnteresseerden tekenden present. We nemen je mee door het programma. In dit artikel lees je alvast een introductie over het CEO-project

Het CEO-project: Wat, waarom, hoe?

In juni 2023 werd het CEO-project afgetrapt, een nieuw Interreg North Sea-project dat onderzoekt hoe de markt van het kantoormeubilair te verduurzamen en meer circulair te maken. Frank Dingemans van Kringwinkel Antwerpen, een van de partners in het project, schetste de huidige markt met enkele sprekende cijfers:

  • in de EU wordt elk jaar 10,5 miljoen ton kantoormeubilair afgedankt,
  • 80 tot 90% daarvan wordt verbrand of gaat richting stort,
  • 23% van het nieuw geproduceerde kantoormeubilair is niet recycleerbaar,
  • 45% van het nieuw geproduceerde kantoormeubilair is gedeeltelijk recycleerbaar.

Daarnaast wees hij ook op het gewijzigde kader: sinds de coronapandemie is werken flexibeler en meer hybride geworden. De gevolgen van dat Nieuwe Werken zie je bij werknemers en werkgevers: de voorbije jaren zijn er volop thuiskantoren ingericht, en veel bedrijven hebben hun bestaande kantoren heringericht. Desondanks lijken sommige van die kantoren weinig mensen aan te trekken, waardoor ze grotendeels ongebruikt blijven.

Kortom, de kantoormeubelsector is groot… en verre van duurzaam. Het CEO-project wil daar, samen met stakeholders uit verschillende sectoren en landen, verandering in brengen. Daarom focust het project op:

  • opschalen van oplossingen voor circulair kantoormeubilair door de productie en de beschikbaarheid te promoten,
  • verbeteren van het wettelijk kader zodat het prikkels biedt om circulaire praktijken te omarmen,
  • introduceren van modulariteit en aanpasbaarheid in het productontwerp, waardoor demontage, reparatie en upgrades van kantoormeubilair mogelijk zijn.

Wat kan het CEO-project leren uit het Europese ProCirc-project?

Alexandra Vandevyvere van Vlaanderen Circulair friste het geheugen even op. Het Interreg North Sea Region project ‘ProCirc’ was erop gericht te onderzoeken hoe publieke aankopen een katalysator kunnen zijn voor de overgang van een lineaire naar een circulaire economie. Van 2019 tot juni 2023 zetten 11 partners uit zes landen er hun schouders onder. Ze realiseerden verschillende pilootprojecten op het vlak van circulaire kantoorinrichting. Daaruit trokken ze deze leerlessen waarop het CEO-project kan verderbouwen:

  • Circulariteit heeft in de meubelsector een relatief matuur stadium bereikt, met aanzienlijk potentieel om innovatieve voorbeelden op te schalen.
  • Opties voor hergebruikt, gereviseerd en opgeknapt meubilair zijn beschikbaar, maar samenwerking is cruciaal om ze ook echt te realiseren. Door leveranciers een betere toegang te bieden tot afgedankte meubels en materiaal, kunnen ze de markt beter bedienen, en zou ook de investeringsbereidheid moeten toenemen.
  • Circular Furniture Services (hieronder verstaan we zowel consultancy als ontwerpdiensten voor hergebruik) kunnen organisaties helpen om maximaal gebruik te maken van beschikbare middelen, zodat ‘nieuw meubilair aankopen’ pas overwogen moet worden als laatste optie.
  • Er zijn zes succesfactoren bij het aanbesteden van circulaire contracten. Bijvoorbeeld: het stimuleren van leveranciers om innovatieve oplossingen aan te dragen, en het koppelen van contracten voor nieuw meubilair aan contracten voor hergebruikt meubilair.

 

Tot slot stelde ProCirc onder andere ook een Joint Statement of Demand (JSD) op voor kantoormeubilair. Daarin staan (1) ambitieuze doelen voor toekomstige aankopen, (2) circulaire eisen die getest en haalbaar zijn, en (3) gezamenlijke eisen van toegewijde aankopers. Dankzij de JSD weten leveranciers waar de prioriteiten van bedrijven en overheidsorganisaties liggen in het creëren van functionele werkruimtes. Zo is er een houvast die de samenwerking in de gehele meubeltoeleveringsketen zeker kan stimuleren.

 

Wat kan het CEO-project leren van het REFURN-project?

Van alle meubels zijn gestoffeerde zetels het meest complex en divers op het vlak van materiaalgebruik en opbouw. Met het REFURN-project wilden meubelproducenten Drisag en Indera bijdragen tot een economisch én ecologisch interessante oplossing voor dit probleem. Ze onderzochten of ze het hergebruik van gestoffeerde zitmeubelen, hun onderdelen en hun materialen zouden kunnen stimuleren door in te zetten op:

  • circulaire businessmodellen die duurzaamheid en hergebruik stimuleren,
  • ecodesignrichtlijnen, toegepast op twee bestaande zetelontwerpen met de bedoeling hun levensduur en hergebruik te bevorderen.

Het REFURN-project dateert al van 2019. Chris De Roock van WOOD.BE vatte de belangrijkste leerlessen van toen samen:

  1. Start aan je project met een circulaire mindset.
  2. Sensibiliseer je klanten en stimuleer de vraag naar ecodesigned producten.
  3. Producenten verwachten dat het product terug bij hen komt op het einde van de cyclus.
  4. Er is nog veel werk aan de winkel op het vlak van circulaire businessmodellen.

5 jaar geleden, in 2019, waren veel bedrijven nog niet vertrouwd met huren of leasen van meubilair. Ook verwachtte men dat refurbished meubilair veel goedkoper zou zijn, terwijl het prijsverschil met nieuw meubilair maar zo’n 20% is. Ten slotte had refurbished meubilair toen nog een tweedehandsimago. Klanten twijfelden aan de kwaliteit. Of dat 5 jaar later nog zo is, zal het CEO-project mee uitwijzen.

De Belgische partners binnen het CEO-project zijn Kringwinkel Antwerpen, ONBETAALBAAR, WOOD.BE en Vlaanderen Circulair.

Hoewel het project zich richt op circulaire kantoorinterieurs, kunnen de resultaten en inzichten gemakkelijk worden overgedragen naar meubilair in scholen, ziekenhuizen en particuliere huishoudens. En aangezien je overal ter wereld kantoren vindt, zullen de lessen uit het project ook waardevol zijn voor andere landen en regio's.

Deel dit artikel