Skilpod: modulair wonen met circulair potentieel

donderdag 16 november 2017

Ingenieur Filip Timmermans en jurist Jan Vrijs produceren sinds 2012 verplaatsbare modulaire woningelementen met een hoog eco-smart gehalte. Geen anonieme containers, maar smaakvol ingerichte wooneenheden, verkrijgbaar in uiteenlopende uitvoeringen. Hun concept bevat kiemen van wat wel eens circulaire woningbouw zou kunnen worden: huizen uitbreiden met elementen die tijdelijk gehuurd worden en na gebruik terugkeren naar de producent. Wij trokken naar de productiesite in Geel en spraken Jan Vrijs over wonen vandaag en morgen, de zoektocht naar duurzame materialen en de struikelblokken die de huidige wetgeving nog vormt.

Vanuit welk idee zijn jullie vertrokken?

Jan Vrijs: “De idee is een dikke drie jaar geleden ontstaan toen Filip en ik een gezamenlijke vriend met een niercrisis gingen bezoeken in het ziekenhuis. De dokters hadden hem verteld dat hij best een halfjaar tot een jaar terug bij zijn ouders kon gaan wonen. Hij zou namelijk intensieve verzorging nodig hebben. Op de terugrit zei ik tegen Filip: ‘Je zou toch eigenlijk zoiets moeten hebben dat je bij een bestaande woning kunt plaatsen, maar dat toch echt woonkwaliteit heeft.’ Filip was - als ingenieur - al bezig met alternatieve bouwvormen zoals omgebouwde containers. Daar zijn we dan verder over beginnen nadenken en zo is de bal aan het rollen gegaan. We hebben uiteindelijk beslist om onze jobs op te zeggen om er fulltime mee bezig te zijn en het bedrijf uit te bouwen.”

"Je moet iets bij een bestaande woning kunnen plaatsen dat tegelijk echt woonkwaliteit biedt."

Lukt het tot nu toe om de Skilpod aan de man te brengen?

Jan Vrijs: “Ja, we krijgen heel veel aanvragen voor woninguitbreidingen van mensen die op zoek zijn naar extra woonruimte, al dan niet in het kader van zorg. Wat mensen heel interessant vinden, is dat het hier allemaal volledig in een atelier wordt gebouwd in een gecontroleerde omgeving, dus geen maandenlange rompslomp met aannemers over de vloer. In één geheel en gebruiksklaar wordt de skilpod dan bij de mensen zelf geplaatst. Eind dit jaar plaatsen we trouwens de eerste volledige nieuwbouwwoning opgebouwd uit Skilpods.”

"Eind dit jaar plaatsen we de eerste volledige nieuwbouwwoning opgebouwd uit Skilpods."

Kan deze woning dan nog uit elkaar gehaald worden en verplaatst worden?

Jan Vrijs: “Dat zou in principe kunnen, maar ik denk niet dat dit de toekomst gaat zijn. Het probleem zit hem vooral in het verschil tussen percelen. Elk perceel is anders qua lengte, breedte en oriëntatie. Als je een woning verplaatst, zou de oriëntatie van ramen en dergelijke ook op de nieuwe plaats goed moeten zijn. Ik denk dat dat te omslachtig zou zijn.”

De elementen zelf van de Skilpod zijn dus niet modulair gebouwd? Je kan niet pakweg de ramen van plaats veranderen?

Jan Vrijs: “In principe kan je wel een nieuw raam steken, maar dan moet je je ook de vraag stellen of dat de kostprijs verantwoordt. De Skilpods aanpasbaar ontwerpen, houdt een aantal technische implicaties in. Wij hebben heel duidelijk de keuze gemaakt om de Skilpod te ontwikkelen voor woningbouw. Dit vraagt dat je luchtdicht bouwt, zeer goed isoleert en ventileert en dat het heel stevig is. Maar dit houdt toegevingen in op andere vlakken. Modulariteit en aanpasbaarheid schieten er dan wat bij in. Als het in de toekomst mogelijk blijkt deze woonkwaliteit te garanderen mét een meer modulaire opbouw van de Skilpod, willen we hier uiteraard graag naartoe werken.”

Brengen deze woningen geen enorme vervoerskosten met zich mee?

Jan Vrijs: “Het vervoer op zich is niet zo duur. Het grootste financiële obstakel is de kostprijs van de kraan die je nodig hebt om Skilpods te plaatsen. Een Skilpod over een huis tillen en 50 meter diep in de tuin zetten, kan perfect, maar daarvoor is een heel zware en dure kraan nodig. Deze kraankost is een probleem voor de plaatsing van elk modulair gebouw. De klant moet de afweging maken of het totaalpakket inclusief de kraan nog altijd interessanter is dan wanneer het gewoon klassiek zou worden gebouwd. We zien evenwel dat wanneer klanten voor permanente toepassingen prijzen gaan vergelijken, we er keer op keer als beste uitkomen.”

"We zien dat wanneer klanten voor permanente toepassingen prijzen gaan vergelijken, we er keer op keer als beste uitkomen.”

Wat zijn de criteria die jullie hanteren voor de gebruikte materialen?

Jan Vrijs: “We zijn initieel gestart met een stalen frame dat we invulden met een klassieke houtskeletbouw. Voor het stalen frame kozen we vanwege de stevigheid, voor het hout vanwege de energetische eigenschappen. Maar al snel zagen we dat het moeilijker was om de diverse materialen op mekaar af te stemmen. Een stalen frame is minder flexibel en om volledig luchtdicht te bouwen met hout, moet je met verschillende folies gaan werken. Op het einde van de rit ben je met heel veel verschillende materialen bezig, wat denk ik op vlak van duurzaamheid niet echt ideaal is. We zijn verder blijven zoeken naar een materiaal dat een oplossing kon bieden. Dat hebben we gevonden in kruislings gelaagd hout. Een aantal grote Europese fabrieken produceren dit hout. Zij hebben zelf bossen in beheer, waarvan ze de bomen planten, kappen en verwerken tot planken die over elkaar worden gelijmd en onder hoge druk samengeperst. Het resultaat zijn grote panelen die dan op maat van het project worden gezaagd, op een manier waarbij weinig afval ontstaat. Dit materiaal kan dan volledig gerecycleerd worden.”

Hebben jullie ook een strategie voor de materialen die overblijven wanneer de skilpods hun levenseinde bereiken?

Jan Vrijs: “Een Skilpod is even duurzaam qua levensduur als een klassiek gebouw. Ons idee is dat wanneer Skilpods gebruikt worden voor meer tijdelijke toepassingen (bv. als mobiele mantelzorgwoning) deze na 15-20 jaar hun economische levensduur bereikt hebben. Op dat moment komen de Skilpods terug tot bij ons. Die zouden we dan gaan ontmantelen. De materialen die we kunnen hergebruiken worden gerecupereerd en de overige materialen gaan gecontroleerd in de recyclagekringloop. Het is de vraag of we dan nog met dezelfde materialen zullen werken. Dat hangt af van hoe de bouwtechnologie geëvolueerd is. Het kruislings gelaagd hout, bijvoorbeeld, zou dan kunnen hergebruikt worden, bewerkt worden tot houtpellets of een andere toepassing krijgen. Dat moeten we in de toekomst bekijken met de mogelijkheden en technologieën van dan. Het is altijd een afweging maken tussen duurzaamheid en wat de markt vraagt. We proberen dat uiteraard wel wat te sturen in de gewenste richting.”

"Aan het einde van hun economische leven komen Skilpods terug bij ons. De materialen die we kunnen hergebruiken worden gerecupereerd en de overige materialen gaan gecontroleerd in de recyclagekringloop."

Kan je vandaag Skilpods gewoon huren? En hoe zien jullie dit evolueren in de toekomst?

Jan Vrijs: “Skilpods voor woontoepassingen kan je niet huren of leasen. We bieden ze vandaag enkel te koop aan. Dat heeft te maken met de specifieke toepassing: ze worden aangebouwd aan bestaande woningen. Dat houdt in dat de Skilpods volledig op maat worden ontworpen. Voor andere toepassingen, zoals de mobiele mantelzorg, zouden we in de toekomst modellen willen ontwikkelen die universeler zijn en op verschillende plaatsen zouden passen. Op die manier willen we in de toekomst geen Skilpods meer verkopen, maar evolueren naar een systeem van terbeschikkingstelling met een woonkost in plaats van een aankoopkost. Bovendien is het interessant dat via deze formule grond-eigendom en woning-eigendom los te koppelen zijn. Als producent zouden we dan de eigenaar blijven en de verantwoordelijkheid voor ons eigen product behouden. Ik denk dat dit voor de klant ook de beste garantie is dat het gaat om een goed en degelijk product. Vandaag laat de wetgeving mantelzorg in afzonderlijke, losstaande, wooneenheden bij bestaande woningen helaas nog niet toe. Daarvoor hebben wij een project lopen met de Vlaamse overheid.”

"We willen evolueren naar een systeem van terbeschikkingstelling met een woonkost in plaats van een aankoopkost."

Deel dit artikel

Geschreven door Merel Vansevenant & Anna Van Hoof