CILOTEX - Uit de kleren

woensdag 23 januari 2019

Met het Frontrunnersproject brengen we boeiende verhalen van innovatieprojecten op het kruispunt van circulaire economie, energie en industrie 4.0 in beeld. We selecteerden ze uit de projecten van de vijf 'speerpuntclusters' in Vlaanderen. Met de steun van VIL, volgen we vandaag onze journaliste naar Cilotex.

VIL

Isabelle Vanhoutte

Isabelle trekt op pad

Twee keer per jaar is het zover: dan laad ik mijn koffer vol met oude spullen en rijd ik ze naar het containerpark. Sinds er twee wilde kleuters in huis rondlopen, is een groot deel van die koffer gevuld met afgedragen kleren. Niet meer interessant voor de kringwinkel, maar ook niet helemaal waardeloos: de drukknopjes, ritsen, voering, mouwen, borduursels en stukken intacte stof zouden met enige behendigheid een nieuw leven kunnen krijgen in een ander kledingstuk. 

Steeds vaker verwerken doe-het-zelfateliers die bruikbare onderdelen tot nieuwe, geüpcyclede kleren. Een tas uit een antieke leren jas, een bloes met de bloemenprint van oma’s oude gordijnen. Al ligt het tempo waarmee de stroom kleren elke dag in het containerpark belandt, veel te hoog voor de doe-het-zelfateliers. 

Waar gaat afgedragen kleding die we binnenbrengen dan naartoe? Wordt die kleding dan opnieuw gebruikt, en hoe dan? Minder dan een kwart van de binnengebrachte kleding bij de kringwinkels komt immers terug in de rekken te hangen, lees ik, maar ook: van al de kleding die elk jaar wordt weggegooid, zou 95% hergebruikt of gerecycleerd kunnen worden

Hoe zit dat vandaag? Komen onze oude kleren in verre landen terecht? Bestaat er een tweedehands-knopenmarkt of een recyclageindustrie, worden oude ritsen wel eens hersmolten? Worden er warme sokken gebreid van de vezels van mijn uitgediende exemplaren? En wat gebeurt er met de écht grote stromen kleding, zoals de onverkochte mode van het vorige seizoen bij grote modemerken?

Jan Merckx

Jan Merckx van het Vlaams Instituut voor Logistiek (VIL) buigt zich al even over die vragen. “De textielsector is één van de meest vervuilende sectoren ter wereld, en staat ook bekend als één van de minst circulaire, zeker sinds de opkomst van ‘fast fashion’ rond de jaren 2000. Sinds die datum verdubbelde de kledingproductie en kregen kleren officieel de status van een wegwerpproduct,” licht Merckx toe. “Maar ondertussen werd ook de impact van de textielindustrie op mens en milieu dodelijk duidelijk, denk maar aan de instorting van het Rana Plazagebouw in Bangladesh, dat verschillende textielfabrieken huisvestte. Of de berichten over schadelijke stoffen die vrijkomen bij leerbewerking, of de ‘jeansblauwe’ rivieren in China.”

“De laatste jaren is er dan ook een tegenbeweging in opmars,” zegt Merckx, “die ijvert voor een meer circulair modeverhaal. Een belangrijke voortrekker is bijvoorbeeld het Danish Fashion Institute. Met hun publieke rapporten zetten ze bedrijven ertoe aan om hun productie duurzamer te maken. Mét resultaat. Ook in Vlaanderen kent ‘Close The Loop’ veel bijval, een platform dat modeondernemers ondersteunt om het circulair aan te pakken. Met het Cilotex-project willen we onderzoeken hoe we het logistieke verhaal bij die circulaire modegedachte kunnen laten aansluiten. Want textiel is, in onze geglobaliseerde markt, voortdurend in beweging.”

‘De textielsector’ roept beelden op van de modeketens uit de grote winkelstraten. Klopt dat?

“De sector is breder dan dat,” legt Merckx uit. “Met de selectie van bedrijven, hebben we geprobeerd die diversiteit te weerspiegelen. Partners in het Cilotex-project zijn zowel grote kledingmerken zoals Nike, Bel&Bo en JBC, als enkele kleinere start-ups zoals kinderkledingbibliotheek Happy Kiddo. Eurofrip - bekend van de kledingbakken naast de weg - en de kringwinkels schaarden zich als ‘inzamelpartners’ mee achter het project. Ook Malysse sloot zich aan, een textielverhuurbedrijf dat het linnen van heel wat ziekenhuizen en rusthuizen beheert.”

‘Cilotex’ staat voor CIrculaire LOgistiek voor de TEXtielindustrie. Jullie zetten daarbij in op verschillende fronten. Hoe pak je het aan?

“Via marktanalyse brengen we alvast de knelpunten in kaart. Daarnaast onderzoeken we hele productieketens aan de hand van het recente Reverse Logistics Maturity Model (RLMM), ontwikkeld onder impuls van de circulaire Ellen MacArthur Foundation. Bedrijven die goederen transporteren, of ze op een milieubewuste manier af willen stoten en daarbij (een deel van) de waarde willen recupereren, kunnen daarbij het RLMM gebruiken als gids,” legt Merckx uit.

“Een belangrijk begrip is ‘reverse logistics’. Dat betekent dat we de levenscyclus van producten zo gaan ontwerpen, dat de volgende in de keten - een recyclagebedrijf, een transportfirma - gemakkelijk aan de slag kan met het product van de vorige,” zegt Merckx. “Eén van de opties die hergebruik vergemakkelijken is door met gemakkelijk recycleerbare onderdelen te werken - herbruikbare vezels, slimme sluitingssystemen die eenvoudig ontmanteld kunnen worden of naaigarens die in bepaalde omstandigheden kunnen oplossen, waardoor textiel uit elkaar valt. We proberen onze logistieke keuzes ook aan te passen aan hoe textiel binnen enkele jaren gemaakt zal worden.”

We proberen onze logistieke keuzes ook aan te passen aan hoe textiel binnen enkele jaren gemaakt zal worden.

Daarbij ga je op zoek naar nieuwe businessmodellen?

“We onderzoeken inderdaad heel wat pistes: van een digitaal ‘Internet der Dingen’ tot de import van textielafval uit het buitenland, of van stedelijke inzamelhubs tot apps die consumenten gidsen in waar hun gebruikte kleding naartoe te brengen.”

Wat leerde je tot nu toe?

“Het valt op dat heel wat van de grote en kleine textielbedrijven in Vlaanderen, al werken aan een circulair verhaal - soms vóór, maar vaak áchter de schermen. Bij de meeste bedrijven is het logistieke deel tot nu toe wel wat onderbelicht gebleven. Met Cilotex springen we mee op de trein van duurzame mode en proberen we een versnelling hoger te schakelen door ook te werken aan slim, milieubewust en efficiënt transport.”

Er staat heel wat te gebeuren in de textielsector, en dat is goed nieuws voor mens, milieu en hopelijk ook de fashion police. Ik ben alvast benieuwd waar ik binnen tien jaar terecht kan met die toekomstige lading versleten puberoutfits.

Evelyn LafondExpertencommentaar

Evelyn Lafond

Beleidsadviseur Ecodesign OVAM

De textielindustrie wordt genoemd als de tweede meest vervuilende, net na de petroleumindustrie. Textiel kleuren en behandelen zou één vijfde van de watervervuiling veroorzaken. Recent bleek daarenboven dat er jaarlijks een half miljoen ton microplastics, afkomstig van textiel, in de oceaan terechtkomt. Neem daarbij dat de kledingproductie de laatste vijftien jaar verdubbelde, en je krijgt een beeld van de catastrofale impact van de sector op onze planeet.

Ook in Vlaanderen staan we voor een uitdaging. Jaarlijks wordt 45.000 ton kledij afgedankt. Bijna de helft daarvan verdwijnt via export naar Afrika, waar het uiteindelijk vaak op een stort belandt. Een ander groot deel wordt uitgevoerd naar Oost-Europa en India, waar de oude kleding opnieuw vervezeld wordt.

Maar tegelijkertijd gebéurt er ook heel wat in Vlaanderen, met onder andere de gids Close the Loop. Mode is een dankbare sector om in te vernieuwen en trekt gelukkig heel wat publieksaandacht. Zo won de jonge Cédric Vanhoeck net een belangrijke prijs met zijn garen dat op hoge temperatuur vergaat, waardoor kleding efficiënt ontmantelen na gebruik opeens werkelijkheid werd.

Al zijn het niet alleen start-ups die vernieuwen. Bij alle schakels in de textielsector gebeurt er wel wat op vlak van duurzame innovatie. Natuurlijk heeft elke partij zijn eigen beweegredenen: bij grotere ketens merken we dat ze willen anticiperen op een aankomende grondstoffenschaarste en dat het besef toeneemt dat, als ze nog willen groeien, er niet genoeg land is om katoen op te kweken. Producenten van huishoudtextiel en werkkleding in onze regio onderscheiden zich dan weer van de massaproductie in Azië door in te zetten op kwaliteit en duurzaamheid. En ook sorteerders gaan op zoek gaan naar nieuwe end-of-lifeoplossingen, nu importlanden steeds vaker hun deuren beginnen te sluiten voor de grote stromen textiel.

Green deals - privaat-publieke samenwerkingen voor duurzame projecten - zullen volgens mij veel in beweging zetten. In de textielwereld gebeuren nieuwe ontwikkelingen vaak op vraag van de klant. Als die klant hogere eisen begint te stellen, wordt veel mogelijk. In de internationale sector die textiel is, is een project als Cilotex erg waardevol. Om de zware ecologische voetafdruk van de textielsector tegen te gaan, lijkt het me raadzaam in te blijven zetten op innovatie.

Frontrunners

Download de publicatie

Met het Frontrunnersproject brengen we boeiende verhalen van innovatieprojecten op het kruispunt van circulaire economie, energie en industrie 4.0 in beeld. We selecteerden ze uit de projecten van de vijf 'speerpuntclusters' in Vlaanderen.

DOWNLOADEN >

BESTEL GEDRUKTE EXEMPLAREN >

Deel dit artikel

CATEGORIEEN

Frontrunners