Tired of your tyres? Hoe circulair is de bandensector?

woensdag 3 januari 2018

Banden. Je staat er misschien niet bij stil, maar als je autobanden hun beste tijd gehad hebben, staat er een organisatie klaar die zich full time bezighoudt met de inzameling en verwerking van in België afgedankte banden, in 2014 zo’n 70.438 ton. Recytyre heet deze beheersorganisatie. Ze geeft uitvoering aan de wettelijke aanvaardingsplicht voor afgedankte banden in België. Maar Recytyre wil meer doen dan inzamelen en verwerken. De organisatie verkent ook hoogwaardige nieuwe toepassingen en business modellen voor banden.

VERGEET JE BAND NIET

Je kent Recytyre misschien van hun ‘Vergeet je band niet’-actie, die chauffeurs wijst op het belang van netjes opgepompte banden. Dat is goed voor de veiligheid, maar vooral ook voor het milieu: correct opgepompte banden verslijten minder snel en worden dus minder snel afval. Je vertraagt de afvalketen én zorgt voor minder CO2-uitstoot (door minder brandstofverbruik).

Op het eerst zicht een actie tegen de winkel van de bandensector, die toch graag gewoon zoveel mogelijk banden verkoopt? “Klopt niet”, stellen Chris Lorquet en Wouter Muësen van Recytyre in een interview met Plan C. “Preventie en sensibilisering vormen een belangrijk onderdeel van de milieubeleidsovereenkomst (MBO) tussen de OVAM en de sector. Recytyre vertaalt dit in de Vergeet je band niet-actie.” Die MBO bevat daarnaast nog een aantal andere wettelijke doelstellingen, zoals inzameling, sortering en verwerking van afgedankte banden, met wettelijke quota.

"Preventie en sensibilisering vormen een belangrijk onderdeel van de milieubeleidsovereenkomst (MBO) tussen de OVAM en de sector."

Wanneer een band wordt afgedankt, komt Recytyre op het toneel om de juiste verwerkingsstrategie in te zetten. Bepaalde verwerkingsstrategieën, zoals recyclage, zijn reeds gemeengoed. In Vlaanderen worden geen banden meer gestort.

Voor andere pistes, zoals leasing van banden of loopvlakvernieuwing, waarbij het loopvlak van de band periodiek vervangen wordt, of een scheiding van de verschillende materialen van een band, is het plaatje minder eenduidig. Er zijn hierin grote verschillen tussen de markt voor personenwagenbanden en vrachtwagenbanden.

Recytyre wil samen met de OVAM verder inzetten op steeds hoogwaardiger toepassingen van afgedankt rubber. In dat kader organiseert de beheersorganisatie op donderdag 19 november de allereerste Rubcycle-conferentie in Vilvoorde.

In de aanloop van dit evenement peilen we graag naar de “circulariteitsfactor” van de bandensector. We brengen hieronder de verschillende mogelijke toepassingen in kaart volgens het schema van de circulaire economie.

CIRCULAIRE ECONOMIE?

De circulaire economie is een economisch systeem dat bedoeld is om herbruikbaarheid van producten en grondstoffen te maximaliseren en waardevernietiging te minimaliseren. Anders dan in het huidige lineaire systeem, waarin grondstoffen worden omgezet in producten die aan het einde van hun levensduur worden vernietigd. (Bron: MVO Nederland)

Om maximaal waardebehoud te realiseren, kan je verschillende strategieën toepassen:

  • gebruik boven bezit: met leasing- of huurmodellen wordt voor producenten de economische prikkel omgekeerd: ze verdienen meer naarmate een product langer in gebruik blijft;
  • herstel: door kleine ingrepen het product in gebruik houden;
  • hergebruik: het product (tegen een lagere waarde) in gebruik houden via de tweedehandsmarkt;
  • remanufacturing: een product even goed als nieuw van de kern af herbouwen met nieuwe en gebruikte componenten;
  • recyclage: de basismaterialen van een product hergebruiken als grondstof.

Een variant van deze strategieën, de ladder van Lansink, vermeldt ook preventie (van gebruik of verbruik) als strategie.

CE voor banden

1. GEBRUIK BOVEN BEZIT: LEASING VAN BANDEN

Leasing van wagens kent iedereen. Maar als je als particulier een band zou willen leasen, zal je goed moeten zoeken.

Toch wordt dit model al breed toegepast in de business-to-business-markt. Een transporteur die vrachtwagens in dienst heeft, kan een contract met een bandenproducent aangaan. De producent levert de band, onderhoudt de druk, depanneert en herstelt wanneer nodig, de transporteur betaalt met een zogenaamd ‘kilometercontract’ voor deze service per gereden kilometer. Zowat alle grote bandenfabrikanten hebben een dergelijk leasingprogramma.

Chris Lorquet: “Het vergt een hele verandering in de organisatie van de bandensector, maar ik ben ervan overtuigd dat particulieren op termijn wel hun banden zullen kunnen leasen. Je hebt er immers geen enkel belang bij om enkele honderden euro’s te parkeren in iets als je autobanden.” De hele verkoopsketen zal zich dan wel moeten aanpassen. Er zal geen stock van banden meer zijn: bandencentrales zullen diensten leveren, in de lijn van de nu reeds bestaande bandenhotels voor de wissel van zomer- en winterbanden.

"Ik ben ervan overtuigd dat particulieren op termijn wel hun banden zullen kunnen leasen. Je hebt er immers geen enkel belang bij om enkele honderden euro’s te parkeren in iets als je autobanden."

De komst van nieuwe technologieën zoals zelfrijdende auto’s kan die tendens een duwtje in de rug geven. Zelfrijdende wagens rijden immers volgens een meer uniform rijpatroon, waardoor de enorme variëteit van banden voor personenwagens die we vandaag hebben, niet langer nodig is.

Kilometercontracten leiden tot een meer variabele bandenkost gebaseerd op werkelijk verbruik: rij je veel, dan betaal je meer, rij je weinig, dan betaal je minder. Je kan het vergelijken met de kilometercontracten voor autoverzekeringen die ook al bestaan.

2. HERGEBRUIK EN HERSTEL: REPARATIE EN TWEEDEHANDSMARKT

Banden die nog in goede staat zijn en waarvan het loopvlak niet te diep afgesleten is, kunnen rechtstreeks worden hergebruikt. Ze worden dan verkocht als tweedehandsbanden, vaak voor minder kritische toepassingen, bijvoorbeeld als wagentjes in bedrijven. En vooral in het buitenland, waar minder strenge regels gelden voor de profieldiepte van banden. 9% van de in 2014 ingezamelde banden (6.534 ton) werd hergebruikt als band.

Herstel van kapotte banden gebeurt in België, maar ook weer voornamelijk bij de vrachtwagenbanden.

3. REMANUFACTURING: LOOPVLAKVERNIEUWING

Loopvlakvernieuwing of ‘rechapage‘ is een vorm van remanufacturing in de bandensector, die je voornamelijk ziet bij vrachtwagenbanden. Bij rechapage wordt de gegroefde buitenste laag van de band, het loopvlak, van de band gescheiden en vervangen door een nieuwe. Loopvlakvernieuwing vereist wel een ander en duurder ontwerp van het karkas van de band, maar is over de volledige levensduur - door het slimmer gebruik van materialen en energie - goedkoper én milieuvriendelijker.

Als loopvlakvernieuwing ingeburgerd is bij vrachtwagenbanden, waarom dan ook niet bij personenwagens? “Het is belangrijk om in de bandensector een onderscheid te maken tussen personenwagenbanden en de rest”, stelt Chris Lorquet. Recytyre liet op vraag van de OVAM een studie uitvoeren naar de kansen voor loopvlakvernieuwing bij personenwagenbanden. Dat blijkt wat tegen te vallen. “Bij personenwagens is het gamma zoals gezegd zeer divers, met honderden formaten. Bij vrachtwagens heb je slechts een tiental standaardformaten. Het is economisch onhaalbaar om voor elk type band een herbruikbaar karkas en een rechapageservice te ontwikkelen. Komt daarbij nog de meerprijs van de herbruikbare karkassen voor de consument, de prijs van het rechaperen zelf én het extra brandstofverbruik dat ze door hun hoger gewicht veroorzaken.”

"Rechapage is voorlopig op grote schaal niet economisch haalbaar bij personenwagens."

De markt van loopvlakvernieuwing bij personenwagens ligt bijgevolg open voor kleinere onafhankelijke disruptieve producenten en verdelers van banden, maar wordt voorlopig nog niet breed ingevuld.

4. RECYCLAGE: GRANULAAT-PRODUCTEN

Naast het verlengen van de levensduur door preventie, herstel, hergebruik of remanufacturing wordt er vandaag vooral stevig ingezet op recyclage-activiteiten. Zo leidde Recytyre in 2014 ruim 80% van de afgedankte banden naar een tweede leven als materiaal. Die verwerking wordt op verschillende manieren ingevuld. Een overzicht.

Jaarlijks wordt ongeveer zo’n 44.000 ton ingezet als granulaat: banden worden geshredderd (verhakseld), het rubber wordt gescheiden, en krijgt een nieuwe functie, bijvoorbeeld als vulstof in kunststof atletiekpistes of voetbalvelden. Ook in de productie van asfalt worden rubbergranulaten verwerkt.

Mits gebruik van technologieën zoals extrusie, waarbij het granulaat geperst en gelijmd wordt, kunnen ook meer hoogwaardige producten gemaakt worden: speeltuintegelsabsorbtiemateriaal voor trein- en tramrails, componenten in de autobouw

Wouter Muësen: “Ik denk niet dat we enkel moeten trachten om met rubbergranulaten van gebruikte banden nieuwe banden te maken. Er zijn nog tal van andere hoogwaardige toepassingen waarvoor er een markt open ligt of gecreëerd kan worden.” Het blijft echter zoeken naar deze toepassingsmogelijkheden, iets waar Recytyre volop de tanden in zet.

"Er zijn nog tal van andere hoogwaardige toepassingen waarvoor er een markt open ligt of gecreëerd kan worden.”

Een grote drempel om markten met rubbergranulaat te kunnen bedienen, is het gebrek aan standaardisatie van het product. “We hebben helemaal geen omschrijving van granulaat: wat moeten de afmetingen zijn? Welke zuiverheid moeten ze hebben? … Bijgevolg geraak je niet binnen in bepaalde afzetmarkten. Daarom zijn we momenteel in overleg met een Europees normalisatiebureau om criteria en bijgevolg ook uniformiteit voor de stroom rubbergranulaat vast te leggen, zodat we nieuwe markten kunnen benaderen”, verduidelijkt Chris Lorquet. Een voorbeeld is de autosector: die moet kunnen rekenen op een stabiele stroom van rubbergranulaat van dezelfde vastgelegde kwaliteit.

Is het resultaat van recyclage steeds granulaat, of kan je ook puur bewerkbaar rubber uit de banden recupereren? Chris Lorquet: “Dat kan, via het procedé van devulkanisering, maar dat is erg duur en energie-intensief. Het is momenteel geen economisch haalbare piste.”

5. OMZETTEN IN ENERGIE (VERBRANDEN)

De rubbers van sommige banden zijn zo verweerd dat verbranding de enige mogelijk en beste verwerkingsoptie is. Deze verbranding gebeurt in cementovens. Een kleine 20% van de afgedankte banden in België volgde in 2014 deze verwerkingspiste, al dan niet na vermaling.

AANBOD EN VRAAG

Naast een focus op de aanbodzijde is het minstens even belangrijk om de vraag naar de betrokken producten met rubbergranulaten te stimuleren. “Er zijn veel te weinig initiatieven op lokaal niveau om met rubbergranulaten aan de slag te gaan. We willen als Recytyre de vraag ernaar stimuleren door te tonen wat met rubber mogelijk is. Een opening in openbare aanbestedingen voor gebruik van alternatieve producten zoals rubbergranulaat is daarbij een must.”

“Er zijn veel opportuniteiten om iets winstgevend met rubbergranulaten te doen, maar het is een kwestie van ondernemers hierover te informeren. De materiaalstroom is er dankzij het stabiele wettelijke kader. De technologie bestaat. Nu is het kwestie om de stroom daadwerkelijk in nog meer hoogwaardige toepassingen in te zetten.”

Deel dit artikel

Geschreven door Sam Deckmyn