In een snoepwinkel is het moeilijk vasten

vrijdag 10 november 2017

We voerden een gesprek met Barbara Janssens, coördinator van Netwerk Bewust Verbruiken. De organisatie inspireert en activeert mensen tot een eenvoudige en duurzame levensstijl, vol hergebruik, herstel en het delen van spullen. Ze bezielen onder meer projecten als de Repair Cafés, deelsystemen voor kinderfietsjes of het huren van babyspullen.

Wat doet Netwerk Bewust Verbruiken?

Barbara Janssens: “Netwerk Bewust Verbruiken is een sociaal-culturele beweging die burgers bewustere keuzes wil doen maken rond consumptie. We focussen daarbij op minder consumeren door meer te delen, repareren en te ruilen. En vooral de vraag naar consumptie in vraag te stellen.

Concreet doen we dat met acties, campagnes en projecten. We doen ook veel aan sensibilisering met digitale communicatie en via de pers.”

Kan je een voorbeeld geven?

Barbara Janssens: “Een bekend voorbeeld van onze werking zijn de Repair Cafes. Een Repair Café is een lokale bijeenkomst waar mensen onder begeleiding van vrijwillige experten samen kapotte toestellen, kleren, machines… kunnen fixen. We ontwikkelden samen met Nederlandse partners een tool die het heel eenvoudig maakt om zelf in de buurt een Repair Café te starten.

"Een Repair Café is een lokale bijeenkomst waar mensen onder begeleiding van vrijwillige experten samen kapotte toestellen, kleren, machines… kunnen fixen."

Een ander voorbeeld van een pilootproject, dat we van idee tot uitvoering uitwerkten, is ‘Op Wielekes’. Op Wielekes is een fietsdeelsysteem voor kinderfietsen. In ruil voor een schappelijk lidgeld of de inbreng van een fietsje, mag je fietsen ontlenen voor je kinderen. Ontgroeit je kind z’n fietsje, dan kan je het fietsje inwisselen tegen een groter exemplaar. We testten dit project voor het eerst in Gent. Nu wordt het overgenomen door andere organisaties, weliswaar onder een andere, eigen, naam.  En dat is eigenlijk wat we willen doen: dingen in beweging zetten, ideeën doen oppikken.

Een voorbeeld van campagnewerk is ‘My fair baby’. Met die campagne willen we ouders helpen om duurzame keuzes te maken bij de geboorte van hun kind. Dat gaat heel breed: wat kan tweedehands? Wat kan je huren of lenen? Wat heb je écht nodig? Welke alternatieven zijn er voor wegwerpluiers?...”

Klinkt als een hele brok. Met hoeveel mensen werken jullie?

Barbara Janssens: “We werken met in totaal 3,2 voltijdse equivalenten. Dat is redelijk onderbezet.

Het probleem met ons thema - consumptie in vraag stellen - is dat het moeilijk te vermarkten is. Daarom worden we voor 97% gesubsidieerd. De uitdaging is groot om andere inkomstenbronnen aan te boren, maar ook dat vergt geld en tijd die we momenteel niet hebben. Onze werking rond Repair Cafés hebben we bijvoorbeeld noodgedwongen afgebouwd omdat de subsidies wegvielen. Op zich hebben we met de cafés wel veel in gang gezet, maar we kunnen niet langer lokale groepen ondersteunen.”

"Het probleem met ons thema - consumptie in vraag stellen - is dat het moeilijk te vermarkten is."

En van ledenbijdragen kunnen jullie wellicht niet leven?

Barbara Janssens: “Inderdaad, onze leden zijn andere non-profitorganisaties die het zelf niet breed hebben. De bijdrage is zeer minimaal. Zo blijven we ook een open netwerk.”

Jullie zijn een netwerk van organisaties?

Barbara Janssens: “Inderdaad. Dat heeft met onze onstaansgeschiedenis te maken. Netwerk Bewust Verbruiken werd 15 jaar geleden opgericht. Er bestonden al Noord-Zuid-organisaties die zich bezig hielden met sociale thema’s en mondiale solidariteit, er waren milieubewegingen… maar die werkten allen niet echt samen. Consumptie was voor hen wel een concreet raakvlak. Wij sprongen in die bres en versterkten de samenwerking tussen hen. Na 15 jaar zien we dat deze organisaties elkaar veel makkelijker vinden. We zetten zelf voornamelijk in op de grotere middenveldorganisaties zoals KVLV of Femma… Daar hadden we een inspirerende en netwerkende rol, maar ook daar is al heel wat werk geleverd en begint die rol nu ook weg te vallen.

Daarom richten wij ons nu voornamelijk op minder consumeren en op bottom-up burgerinitiatieven. Wij moeten daarin voor ons netwerk een ontzorgende rol opnemen. Heel concreet gaat dat over communicatie, handboeken of tools maken, met praktische tips over hoe mensen iets in de buurt kunnen starten. We gaan bijvoorbeeld binnenkort ook alles wat gebeurt rond giftboxen en geefkasten verzamelen en ontsluiten. Zo hopen we de burgerinitiatieven te versterken, zodat de mensen en organisaties aan de basis niet telkens het warm water moeten uitvinden.

"We willen burgerinitiatieven versterken, zodat de mensen en organisaties aan de basis niet telkens het warm water moeten uitvinden."

Ook overheden kunnen en moeten trouwens op alle niveaus een ontzorgende rol opnemen. Dat kan dan gaan over logistieke ondersteuning, vrijwilligerswetgeving… Maar ook met regelgeving kan er geholpen worden. De politiek ziet in de bottom-up burgerinitiatieven vaak het nieuwe maatschappelijke middenveld. Ze moeten die initiatieven dan ook actief ondersteunen. Maar ook het ‘klassieke’ middenveld, met organisaties als KVLV, Femma, Okra, kwb, Davidsfonds… is heel belangrijk en krijgt te weinig aandacht. Die middenveldorganisaties kunnen een ongelooflijk krachtige rol spelen in de ondersteuning van transities, want zij hebben een structuur, een achterban, ervaren professionals…”

Jullie richten zich dus op burgerinitiatieven en middenveldorganisaties? Niet op de individuele consumenten?

Barbara Janssens: “We hebben ons jarenlang gericht op de individuele consument, die op een bepaald moment, in de winkel, een bewuste keuze moet maken. Dat deden we bijvoorbeeld met projecten als Labelinfo, waarbij we mensen informeren over de duurzaamheid van producten.

Gaandeweg hebben we echter twee shiften in onze aanpak gemaakt.

De eerste shift is dat we ons niet langer richten tot consumenten, maar tot burgers. We willen sensibiliseren op het moment vóórdat mensen geld gaan uitgeven en consument worden.

De tweede shift gaat over de context. Je moet consumptiepatronen veranderen door op de omgeving in te werken. In onze ogen is dat door met groepen of communities te werken. In een snoepwinkel is het immers moeilijk om op je eentje te vasten. Maar als iedereen bijvoorbeeld begint te herstellen, dan wordt dat de normale gang van zaken. Dit gaat over een andere vorm van consumptie en burgergroepen zijn heel belangrijk om dat mee vorm te geven.”

"Je moet consumptiepatronen veranderen door op de omgeving in te werken. In onze ogen is dat door met groepen of communities te werken."

Bereik je zo niet alleen de happy few, de reeds geïnformeerde en geëngageerde mensen?

Barbara Janssens: “Dat is zeker een valkuil. Anderzijds hebben we met bepaalde projecten, zoals Repair Cafés, nog nooit zo’n divers publiek gehad als nu. Daartoe betrekken we met laagdrempelige tools bewust diverse partners zoals Verenigingen waar armen het woord nemen, Samenlevingsopbouw of aan de andere kant hippe culturele centra.

We willen in Brussel een deel- of lease systeem voor kinderspullen starten, zodat je die spullen niet langer allemaal moet kopen. Daar willen we samenwerken met een centrum voor kansengroepen om zo ook deze doelgroep op een laagdrempelige manier aan betaalbare babyspullen te helpen. Door ons op de stappen vóór de consumptie te richten, bereiken we andere mensen dan de gegoede usual suspects.

We willen in Brussel een deel- of lease systeem voor kinderspullen starten, zodat je die spullen niet langer allemaal moet kopen.

Anderzijds zorgen we met onze pilootfunctie ook voor een breed bereik. We willen als kleine organisatie projecten ontwikkelen die breed verspreid kunnen geraken via allerlei verschillende andere organisaties. Om terug te komen ons project ‘Op Wielekes’, bijvoorbeeld: er zijn inmiddels een stuk of zes, zeven groepen en steden die een gelijkaardig concept aanbieden. Allemaal vanuit een eigen, andere insteek. We hopen eigenlijk op een brede overname van onze concepten. We krijgen daar niet altijd de credits voor, maar onze missie is om mensen naar een duurzaam en eenvoudiger leven te leiden. En hoe het gebeurt is niet zo belangrijk – als het doel maar bereikt wordt.”

Je krijgt deze vraag wellicht vaak voorgeworpen: minder consumeren, maar wat dan met de economie?

Barbara Janssens: “Eigenlijk is dat meer jullie verhaal, hé (lacht). Ik ben geen econoom, maar ik zie heel wat zaken die nu de economie scheeftrekken. Waarom is het beter om de ene na de andere goedkope importfiets te kopen in een grote keten, dan één duurdere, maar kwalitatieve fiets te kopen of te leasen, die liefst hier gemaakt is? Mínder consumeren door in te zetten op bijvoorbeeld meer herstel, service en kwaliteit kan net méér welvaart opleveren.

Mínder consumeren door in te zetten op bijvoorbeeld meer herstel, service en kwaliteit kan net méér welvaart opleveren.

Wij zijn ook meer gefocust op ‘simplify life’: op minder werken, meer vrije tijd, dichter bij huis werken, meer tijd hebben voor wat ertoe doet, om zelf te koken met verse groenten… en minder mee te draaien in de consumptie. Dat is een hele levenshouding die aangepast dient te worden.”

Zie je een shift in het denken van de mensen in die richting?

Barbara Janssens: “Ja, ik denk het wel. Het verhaal is bij de meeste mensen gekend. Al is er een enorme verschil tussen het verhaal kennen en de switch ook effectief maken. Ik geloof sterk in de praktijken die tonen dat het wel degelijk anders kan. Zoals burgercollectieven die binnen de huidige economie tonen dat een alternatief is. Dat zal nog erg groeien. De laatste tien jaar is er ook écht wel veel veranderend. Vroeger moest je bijvoorbeeld met duurzaamheid niet afkomen bij landbouwersvrouwen. Vandaag organiseren ze zelf share fairs… De kanteling is er wel. Ook bedrijven beginnen erop in te zetten. De overheid staat wel voor de grootste uitdaging om daarin mee te gaan, in het duurzaamheidsdenken.”

"Vroeger moest je met duurzaamheid niet afkomen bij landbouwersvrouwen. Vandaag organiseren ze zelf share fairs…"

Doen jullie aan lobby- of beleidswerk?

Barbara Janssens: “Neen, erg weinig. We hebben bewust gekozen om dat niet te doen. Soms moet je neen kunnen zeggen. We werken natuurlijk wel samen met partners die dat wel doen.”

Zijn er nog projecten die op stapel staan bij jullie?

Barbara Janssens: “We zijn net in Vlaams-Brabant begonnen met de Burgerschool, een school van en voor burgers en klimaatpioniers om elkaar te versterken. We willen burgerinitiatieven en sociaal ondernemers ontzorgen en met elkaar in contact brengen.

We blijven wel inzetten op repareren, dus misschien kunnen we, als dat goed loopt, ooit weer de Repair Cafés ondersteunen. We denken aan teambuildings rond repair, repair at home… Maar als we echt zoiets willen vermarkten, hebben we extra man- of vrouwkracht nodig en die is er vooralsnog niet.”

Deel dit artikel